I n de barre strenge winter van 1963, (12e Elfstedentocht op 18 Januari ) hadden wij in klas 4 van de Gerardus Majella school (nu groep 6) Meester Ben Schulte en die woonde op het Spanjaardspad te Schoonebeek. Hij zei tegen ons wie op de vrije woensdagmiddag op de schaatsen over het Schoonebeekerdiep naar Schoonebeek komt krijgt warme chocolademelk en koek van mij.

De halve 4e klas ging op de woensdagmiddag begin Februari naar de beek, enkele kinderen mochten niet mee en ik ook niet, maar ging toch mee, en trokken de stoute schaatsen aan richting Schoonebeek. Het vroor behoorlijk die dag en een harde wind. Je kwam van alles tegen: bruggen, sluizen en hele grote sneeuw duinen, het was dus meer lopen dan schaatsen op die houten dingen door de sneeuw. Maar je had de harde oostenwind in de rug en “je ging ja naar het westen toe, makkie dachten wij”. Om een uur of 2 arriveerden wij in Schoonebeek bij de sluis. De schaatsen onderweg en lopend over de Namweg vanaf de beek richting het Spanjaardspad naar Meester Schulte. De koek en warme chocolademelk ging er heerlijk in, je was koud en toch al een paar uur onderweg.

Om een uur of 3 weer naar de sluis, de schaatsen onderbinden en met de halve klas weer op de beek richting NieuwSchoonebeek. “Om 6 uur, net voor het donker wordt, zijn we wel weer thuis dachten we. 2 uur heen en 2 uur terug”.

Maar ja, die harde oostenwind, sneeuw duinen, we kwamen bijna niet vooruit. Het werd 6 uur en het werd donker en kouder en we waren nog lang niet thuis, de moed zakte in de schaatsen. Eindelijk, na uren lopen, schaatsen en ploeteren door de sneeuwduinen (het was al stikdonker op de beek), kwam de gasvlam van de NAM bij de Wilm’s Boo in zicht. Dit was tegenover Huser (waar de bom lag) en dan ben je nog een behoorlijk eind van de Europaweg. En je had nog een stuk over de beek recht tegen de harde oostenwind in, tot aan de bocht bij de brug bij Möhlmann.

Vanaf de brug weer naar het noorden, richting de Europaweg. Maar op dit stuk beek lag wel een halve meter sneeuw, dicht gestoven door de oostenwind, er was geen doorkomen aan. Over de wal lopen was ook geen uitkomst, want je zag de sloten met de bruggetjes erover ook niet meer door de sneeuw. Voor de zekerheid kon je beter op de beek blijven tot voorbij de Wilm’s Boo en dan liep de beek bij de Johan Stevens brug weer naar het oosten. Nu was het nog 100 meter tot aan de sluis bij de Fam. Steffens (Hoesman), hier liepen al ouders ongerust langs de beek te banjeren. Het was intussen al bijna 8 uur geworden (voor 10 jarigen toen al laat om nog buiten te wezen) en het vroor behoorlijk.

We waren al bijna thuis, het afrasterdraad van de weide aan de beek werd al omhoog gehouden , je kon er zo met een snelheid onderdoor, omdat je dan de maat 45 verwachtte. Maar het liep al met al goed af, we kregen wel een behoorlijke uitbrander van de ongeruste ouders. In alle haast vanaf de beek naar huis had ik een schaats verloren. De volgende avond na schooltijd even zoeken in de wei naar de beek, bingo, de schaats lag er nog.